Het is ondertussen bekend dat onbehandeld hout een stabiele verbranding heeft. Deze stabiele verbranding vormt de basis voor de CWFT tabel in de Europese brandwet. Een behandeling zou deze stabiele verbranding teniet doen. We kregen zelf regelmatig vraag naar een oppervlaktebehandeling zoals een 'voorvergrijzer'. We besloten dus om de impact van een specifieke voorvergrijzer te onderzoeken en te vergelijken tussen enkele houtsoorten.

Het Forestlines gevelsysteem staat ondertussen gekend voor haar verregaand onderzoek met onbehandeld houtsoorten.
Een enorme hoeveelheid variabelen (houtsoort, plankbreedte, montagerichting, etc) werd gestructureerd getest om vervolgens de invloed bestudeerd en vastgelegd.
Aan de hand van dit onderzoek werd een enorme hoeveelheid data vergaard en kunnen tegenwoordig zelfs voorspellingen gedaan worden.

We krijgen echter regelmatig de vraag of we er een kleurtje of "voorvergrijzer" op het hout kunnen zetten.
Het behandelen is natuurlijk geen enkel probleem, maar blijven we dan zelf wel binnen brandreactieklasse B-s1,d0 of niet?
Zou de impact zo bijzonder zijn als de aanpassing van de CWFT doet vermoeden?

Het was hoog tijd om dit wetenschappelijk te onderzoeken...

We kozen drie houtsoorten uit ons Forestlines gevelbekleding.
Deze drie houtsoorten scoorden onbehandeld alledrie brandreactieklasse B-s1,d0.

We namen een mooie spreiding van houtsoorten: hoog, midden en laag in brandreactieklasse B-s1,d0.
De voorvergrijzer werd door een professioneel bedrijf aangebracht op identiek dezelfde manier.
Alle andere variabelen waren identiek om een representatief beeld te verkrijgen.
Hopelijk kunnen we iets zeggen over de grootte van het verschil.

De resultaten waren opmerkelijk!

Bij de drie geteste houtsoorten zagen we een hogere branduitbreiding ofwel FIGRA (Fire Growth Rate).
Zo had één houtsoort een FIGRA die maar liefst 65% hoger lag dan haar onbehandelde variant.

Twee houtsoorten bleven in brandreactieklasse B-s1,d0, één houtsoort viel helaas in C-s1,d0.

Het probleem werd echter nog groter.
Zo was het de middelste houtsoort die in klasse C-s1,d0 viel, terwijl de sterkste en zwakste wel in brandreactieklasse B-s1,d0 bleven.

De logische, wetenschappelijk vastgelegde volgorde die telkens opnieuw correcte waardes haalde, werd dus verrassend door elkaar gehaald en de impact was opmerkelijk verschillend per houtsoort.

Een wijze wetenschapper zei me ooit dat geen enkele brandtest mislukt, daar je van slechte brandtesten ook data verkrijgt en kan leren.
Uit deze testreeks leren we dat eenzelfde oppervlaktebehandeling wel degelijk een verschillende en onvoorspelbare impact per houtsoort heeft.
Vermoedelijk spelen hier een of meerdere variabelen (vb. de hechting) een rol.
Het is dus helaas niet mogelijk om een oppervlaktebehandeling te veralgemenen naar andere houtsoorten.