Is een thermische modificatie van hout een wonderproduct... of totaal niet? Deze vraag is een heel gevoelig onderwerp in de hout- en bouwwereld en werkt polariserend. Waar het in de voorbije jaren als wonderproduct werd onthaald, groeit de hoeveelheid tegenstanders ook sterk. Hoewel een thermische modificatie opvallende voordelen heeft, is het belangrijk om het totale plaatje en dus ook de nadelen te belichten.

Wat is thermische modificatie juist?

Volgens het woordenboek betekent 'modificatie' simpelweg 'wijziging, aanpassing'.
Thermisch heeft dan weer betrekking op de wijze waarop deze aanpassing gedaan wordt, namelijk warmte.

Er zijn allerlei varianten van thermische modificatie, het kan gedaan worden met warmte, stoom, warme platen, etc.
Hoewel er verschillende manieren zijn om thermisch te modificeren, is het eindresultaat meestal gelijkaardig.

De hoofdbestanddelen van hout zijn steeds dezelfde; cellulose, hemicellulose en lignine.
Deze natuurlijke verhoudingen zijn verschillend per houtsoort en hebben allemaal hun specifieke eigenschappen.
Als we spreken over thermische modificatie, gaat het dus over het aanpassen van hout op celniveau.

Door middel van een gecontroleerde behandeling zal bijvoorbeeld de verhouding tussen de bovengenoemde hoofdbestanddelen van hout veranderen.

Thermische modificatie heeft zeker meerdere voordelen:
Enkele voorbeelden:

Stabiliteit:
De thermische modificatie zorgt ervoor dat de cellulose minder goed hecht aan water en dus vermindert het de vochtabsorptie van het hout.
Deze vermindering zorgt dus voor een vermindering van de krimp en uitzetting van het hout.
Voor zachtere houtsoorten is dit erg interessant, daar zachthoutsoorten hier gevoelig voor zijn.

Natuurlijke vijanden:
Schimmels zijn de natuurlijke vijanden van hout.
Een thermische modificatie verandert de samenstelling zodanig dat bepaalde (houtrot-)schimmels het moeilijker als voedingsbron zien.
Opgelet: Dit geldt niet voor alle schimmels. Meer informatie vindt u hieronder bij de nadelen.

Duurzaamheid:

De biodegradeerbaarheid van de meeste materialen loopt meestal samen met de mate waarin water aan het materiaal kan hechten (zie hierboven stabiliteit).
Doordat water zich niet meer goed hecht aan de cellen en het hout stabieler wordt, zal je automatisch ook een duurzamere plank verkrijgen.
Hout dat constant (veel) water opneemt en afgeeft, zal nu eenmaal sneller verouderen.

Johan Cruijf zei ooit de bekende woorden: "Elk voordeel heb z'n nadeel", ook deze zin is hier toepasselijk.
Hout is een immers een grondstof die enorm divers is en doorheen miljoenen jaren zichzelf heeft geoptimaliseerd als natuurproduct.

De thermische modificatie heeft dus zeker ook specifieke nadelen.
Ook hier enkele voorbeelden:

Minder sterk en broser hout:
Waar een thermische modificatie meestal een verbetering in duurzaamheid geeft, daalt de sterkte van het hout meestal hard.
De natuurlijke verhouding wordt sterk aangepast, waardoor het hout haar kracht zal verliezen en veel sneller zal breken bij belasting.

Natuurlijke vijanden:
Hierover hoor je heel veel tegenstrijdigheden.
Hoewel het hout door haar thermische modificatie moeilijker aangetast wordt door houtrotschimmels (zie hierboven), lijken blauwschimmels en oppervlakteschimmels geen problemen te hebben met de behandeling en kunnen ze sterk verder ontwikkelen.
Ook niet onbelangrijk, zo zien allerlei insecten zoals wespen het wel als gegeerd materiaal.
Uit een eigen onderzoek bleek dat wespen opvallend meer oppervlaktebeschadigingen deden bij thermisch gemodificeerd hout.

Brandbaarheid:
Misschien nog de gevaarlijkste verandering.
Waar onbehandeld hout bekend staat voor haar stabiele, voorspelbare brandbaarheid, zorgt een thermische modificatie voor een opmerkelijke verslechtering.
Zachthout heeft over het algemeen geen te beste brandreactieklasse, dit wordt nog verslechterd door de thermische modificatie.
De verhouding tussen cellulose, hemicellulose en lignine kantelt naar de geheel foute kant en zorgt voor een verhoogde brandbaarheid.

Circulariteit:
Waar hout het ideale product voor circulair bouwen is, is thermisch behandeld hout dat niet meer.
De juiste duurzaamheid van thermisch behandeld hout staat voor velen ter discussie, tegelijkertijd is het ondertussen al wel duidelijk dat er amper of zelfs geen tweede leven aan gegeven kan worden.
Meerdere onderzoekers vrezen dan ook dat dit over enkele jaren een grote stroom 'niet-herbruikbaar' materiaal gaat brengen.
Dit terwijl deze circulariteit net een van de grootste voordelen van onbehandeld hout is.

Conclusie:

Een groot deel van de handelaren in de houtwereld beschouwt thermisch gemodificeerd hout als een wonderproduct met oneindig veel mogelijkheden.
De realiteit zegt echter dat de nadelen van een thermische modificatie zeker niet onbesproken mogen blijven.

Thermisch gemodificeerd hout heeft zeker een toepassing in de huidige bouwwereld, tegelijkertijd wordt ze sterk beperkt door haar nadelen zoals brandbaarheid, krachtverlies, etc.

Onvoldoende de voor- en nadelen correct toelichten aan marktdeelnemers en/of architecten bezorgt onnodige risico's aan de hele hout- en bouwsector.

De bouw in heel Europa is aan een ongeziene groene revolutie bezig.
De keuze voor (te) brandbare gevelbekleding zou zomaar andere biobased bouwmaterialen (vb. biobased isolatiematerialen, etc) kunnen beperken in hun mogelijkheden.

De huidige aanpassing van de Europese brandwet (CWFT) impliceert dat het dringend tijd was om in te grijpen.
Europese normen worden nooit onterecht aangepast, ook in dit verhaal niet.

Thermische modificatie is dus een prachtige, ecologische innovatie om hout te verbeteren.
Dergelijke iniatieven moet steeds aangemoedigd worden en zijn meestal de basis voor een betere, ecologische wereld.

Het is echter van (heel) groot belang om zowel voor- als nadelen correct in kaart te brengen en alle marktdeelnemers correct te informeren.
Wederom zoals Johan Cruijff al zei: "Elk voordeel heb z'n nadeel".