Een wijze wetenschapper zei me ooit: "Slechte testen bestaan niet. Meestal leer je zelfs meer van een mislukte test dan van een geslaagde test." Kort voor het brandinferno van Valencia ontaarde een van onze eigen brandtesten ook in een brandinferno. Heel wat mensen begrijpen bovenstaande kadertje niet, de rest gaat het interesseren...

Doorheen de jaren heeft Paulussen Houthandel honderden brandtesten in END USE uit laten voeren.
Telkens werd één variabele veranderd om de impact te analyseren.

Met elke test die we deden, werd de enorme hoeveelheid data en simpele kennis groter.
Tegenwoordig kunnen we aan de hand van de houtsoort en het profiel zelfs voorspellen welke FIGRA en THR je zal bekomen in een brandtest.
Opgelet: Dit gaat enkel in onbehandeld hout daar onbehandeld hout een stabiel en dus voorspelbaar verloop in zijn verbranding heeft.

Onze kennis van hout als buitenste schil/gevelbekleding is ondertussen uitzonderlijk groot.
De volgende stap was om alle achterliggende variabelen in kaart te brengen, achterlatten, plaatmaterialen, isolatiematerialen, doeken, etc.

Waar niets ons nog in de buitenste schil kan doen verbazen, blaasde een test ons in januari 2024 even omver.

Tot in minuut 19 hadden we een stabiele brandreactieklasse B met sterke brandwaardes als een FIGRA van +- 70W/s (grenswaarde brandreactieklasse B - 120W/s) en een THR600 van 6,33 MJ (grenswaarde brandreactieklasse B 7,5 MJ).
Plots ontaarde deze schijnbaar perfecte brandtest in een brandinferno.
Deze specifieke opbouw zorgde ervoor dat de verschillende materialen een enorme impact op elkaar hadden en tijdens een enorme, exponentiële groei werd de brandtest abrupt op +-350kW stopgezet.


Ik herhaal weer de woorden van een wijze wetenschapper:
'Slechte testen bestaan niet. Meestal leer je zelfs meer van een mislukte test dan van een geslaagde test.'
Als een test faalt, is het dus essentieel om te begrijpen waarom deze gefaald is.

Deze test was een uitzonderlijke test om veel bij te leren.
Stralingswarmte werd weerkaatst (niet geabsorbeerd).
De weerkaatsing zorgde voor een dubbelzijdige aanval op de schil.
'Onbrandbaar' geachte materialen bereikten hun 'tipping point'.
De enorme energie/branduitbreiding bevond zich in de spouw en de gesloten schil zorgde ervoor dat ze niet te blussen was.
Etc.

Conclusie:

De opbouw lijkt me de schuldige te zijn.
Het ene materiaal heeft een impact op het andere gehad, wat tot een brandinferno leidde.

We moeten afstappen om een brandreactieklasse aan een product te koppelen.
Vermijd daarnaast ook termen zoals 'onbrandbaar', etc.
In een gevelopbouw waarbij het ene materiaal invloed heeft op het andere wordt er immers niet veel meer 'onbrandbaar'.
Het vermelden van termen als 'onbrandbaar' brengt alleen maar onnodige risico's met zich mee bij mensen zonder kennis van zake.

Bovenstaande brandtest haalt als buitenste schil (gevelbekleding) heel vlot een brandreactieklasse B.
Als de foute achterbouw toegevoegd wordt, ontaard het in een onblusbaar brandinferno...

Het is dringend tijd om enkel nog producten toe te laten die de hele gevelopbouw in END USE geclassificeerd zijn.
Dan heb ik het over zowel brandreactieklasse B, C én D.

Een product dat niet in END USE succesvol getest is, geeft geen enkele garantie naar brandreactieklasse.

Een product moet volledig in zijn toepassingsgebied in kaart gebracht worden.
Dit wil dus zeggen in 'END USE' waarbij achterconstructie, etc ook mee getest wordt.